Weer post uit Nederland vandaag. Mijn stempapieren zijn binnen. Voor de verkiezingscampagne in Nederland goed en wel op gang is, kan ik mijn stem al uitbrengen. Een keuze uit 837 namen, 20 partijen. Het is aan de rechterkant van het biljet weer een bonte verzameling van, laat ik het maar houden op ‘minder kansrijke’, partijen. De SOPN, de Anti Europa Partij, Partij voor Mens en Spirt (MenS), Libertarische Partij, Partij van de Toekomst. Ik heb niet de indruk dat deze groeperingen straks hun footprint achterlaten in de parlementaire geschiedenis. Maar goed, in een land waar zelfs een Partij voor de Dieren twee zetels in het parlement haalde, moet je nooit nooit zeggen.
Mijn stem moet op 12 september voor drie uur in de middag binnen zijn op het stembureau in Den Haag; ’zo dicht gevouwen dat de kandidatenlijst niet zichtbaar is’. Misschien stem ik vanavond of morgen of misschien in het weekend. Ik ben er nog niet helemaal uit. Stem ik op de keukentafel of de salontafel of timmer ik alsnog een hokje in elkaar? Stemmen is een ritueel, omgeven met strenge procedures. En nu ligt daar opeens opengespreid op de keukentafel het biljet dat bij verkiezingen in Nederland pas na verschillende formaliteiten in handen van de kiezer komt. Stemmen hier in stembureau Trzaska Cesta heeft een heel andere magie dan je stembiljet inkleuren in een houten hokje in een buurtcentrum, basisschool of gymzaal in Nederland.
Maar nu eerst op zoek naar een rood potlood, want waar je ook stemt, op of buiten deze planeet, als er niet met een rood potlood gekleurd is, is de stem niet geldig.